Wolfsmelk, kroontjeskruid bijvoorbeeld
Kroontjeskruid is in Zuid-Limburg niet echt zeldzaam. In de rest van Nederland kun je het praktisch overal tegen komen, maar de nadruk ligt dan wel op 'kunnen' want in praktijk zie je het zeer zelden. Ik vroeg een plantenliefhebber in Midden Brabant of hij wist waar in de omgeving kroontjeskruid groeide, maar hij wist niet eens hoe de plant er uit zag! Kroontjeskruid hoort bij de wolfsmelk familie, de Euphorbia, en dat is een zeer uitgebreide familie met mogelijk wel 2000 soorten en dan ook nog zeer verschillende. Maar de meeste soorten zijn zo verstandig om een warme omgeving te kiezen. In Nederland hebben we een tiental soorten, waarschijnlijk allemaal als cultuurvolgers hier heen gekomen maar wel ingeburgerd. Alle soorten hebben wit melksap en allemaal zijn ze giftig, vandaar de naam wolfsmelk.
Bloemen van de wolfsmelk De bloemen van Euphorbia martini, een gekweekte wolfsmelk
De bloemen van de wolfsmelk in ons land vallen meestal niet op door de vrolijke kleuren. Bij de Middellandse Zee groeien wel soorten die een kleurtje toevoegen, maar groen of geelgroen is toch de meest gebruikte kleur. Maar als je de bloemen van dichtbij bekijkt zie je meteen dat het iets bijzonders is en alle wolfsmelk soorten hebben die speciale vormen. Botanisch gezien zijn het meerdere bloemen in één unit en eerlijk gezegd zit de bouw nog al ingewikkeld in elkaar. Voor de liefhebbers: zie de Oecologische Flora, deel 3, pagina 10. Maar het herkennen van een wolfsmelk is in ieder geval geen probleem, tenminste zolang de bloemen niet te klein zijn maar dat komt bij onze inheemse soorten niet voor.
Op de foto staat een kweekvorm die ik ooit in de tuin had, Euphorbia x martinii. Die had behalve groen en geel ook nog wat rood en daarom mocht deze natuurlijk in de bloementuin. Maar daardoor kun je ook wat beter zien hoe de bloeiwijze in elkaar zit. Duidelijk is dat per 'schelpje' of beker één bloem open is en twee nog dicht zijn. Het is niet ongebruikelijk voor deze familie dat de knoppen min of meer na elkaar open gaan. Het rode knopje is het vruchtbeginsel met de stamper die in drieën is gesplitst. Dat vruchtbeginsel is een doosje opgebouwd uit drie segmenten dat zal verder uitgroeien. Als de zaden rijp zijn barst het doosje plotseling open en de zaden worden weggeslingerd. De vier halve maantjes zijn de nectarklieren om de insecten te lokken, vijf nectarklieren komt ook voor. Daar tussen staan de mannelijke bloemen met de meeldraden, de ronde knopjes. Het schelpje bestaat hier uit twee blaadjes, drie is gebruikelijker maar dan is één blaadje kleiner dan de andere twee. Van die bekers staan er vijf in een kring, de stelen beginnen alle vijf in één punt aan het einde van de stengel, maar bij sommige soorten zijn er al eerder zijstengels met bloemen. Ik zeg de aantallen er steeds bij omdat het bij de wolfsmelkfamilie allemaal heel strak geregeld lijkt met een voorkeur voor drie- en vijftallen. Maar ook wolfsmelk is natuurlijk geen machientje dat alles steeds hetzelfde doet, dus ook hier kun je afwijkingen vinden.
Een vreemde bloeiwijze kan veroorzaakt worden doordat de plant de voorkeur geeft aan een hele speciale bestuiver, maar dat lijkt hier niet het geval. De nectardruppels liggen open en bloot in de bloemen en alle liefhebbers kunnen er bij. Ook de giftigheid van de plant schijnt voor deze insecten geen probleem te zijn. Kortom de voortplanting is goed geregeld, maar waarom wolfsmelk zulke aparte bloemen heeft is niet duidelijk.
Wolfsmelk
Waarschijlijk heksenmelk (Euphorbia esula), een de meest voorkomende soorten in Nederland
In ons land hebben we dus een tiental soorten. Last hebben we er eigenlijk niet van ofschoon het cultuurvolgers zijn, wat in feite een net woord is voor onkruiden die met de boeren mee zijn gereisd. Plezier hebben we er ook niet van, tenminste ik heb geen 'nuttige toepassingen' kunnen vinden. De "Nederlandschen Herbarius" van Stephaan Blankaart uit 1698 noemt wolfsmelk wel en noemt ook een aantal soorten waaronder het kroontjeskruid. Hij waarschuwt dat het witte melksap forse maag en darmprobleem kan veroorzaken en zelfs blaren en gaten in de huid. Maar het sap eerst drogen en dan de patiënt 'een grein' toedienen dat kan wel, alleen hij zegt er niet bij waar dat goed voor zou zijn. Waarschijnlijk doelde hij op 'purgeren', het leegmaken van de darm, want de Engelse naam van wolfsmelk, spurge, zou daar van afgeleid zijn. Tegenwoordig noemen we dat ontslakken, denk ik.
Ook onder de 2000 soorten die in de tropen en de subtropen groeien ben ik geen 'nuttige' soorten tegengekomen. Er wel een zeer nuttige neef in de verre familie namelijk de rubberboom (Hevea brasiliensis), de leverancier van rubber. De echte wolfsmelk soorten hebben het blijkbaar nooit verder gebracht dan 'giftig' en 'heksenkruid'. Wat de heksen er mee deden zegt ook niemand, maar planten die giftig zijn worden heel vaak met heksen in verband gebracht. Waarschijnlijk niet terecht want behalve in de periode dat de heksen verbrand werden (ca. 1450-1750) hadden die helemaal niet zo'n slechte naam. Vóór die tijd waren het waarschijnlijk vrouwen (en mannen) die 'hogere' krachten meenden te beheersen en die deze positief of negatief konden inzetten. Negatief gebruik was overigens verboden en er zijn processen uit de Middeleeuwen bekend tegen mensen die koeien ziek gemaakt zouden hebben en dergelijke, maar die werden niet verbrand, die kregen gewoon een boete: wegens een soort misbruik van hun kennis en kunde. Zogenaamde geestverruimende middelen pasten veel beter bij de Middeleeuwse heksen dan gif.
Kroontjeskruid
Inheems kroontjeskruid, drie van de vijf takken van de kroon
Kroontjeskruid is een eenjarige soort wolfsmelk. De plant wordt meestal niet hoger dan zo'n 20 cm en staat bij voorkeur op recent omgewoelde vruchtbare grond zoals akkerranden, bermen en dergelijke. De plant is bovengronds niet veel meer dan de stengel met een paar kleine blaadjes en de kroon. De kroon begint als de stengel zich op een punt splitst in vijfzijtakken en op iedere tak komt dan een schelp of beker van drie blaadjes met daar binnen vier bloemen etc. Net als boven beschreven bij de sierplant. Kroontjeskruid rangschikt meestal alles heel keurig naast elkaar op dezelfde hoogte en je kunt je voorstellen dat iemand er de rand van een kroon in heeft gezien. Jammer dat er alleen maar geelgroen in zit, met wat kleurige 'edelstenen' erin was de plant mooier geweest dan mijn sierplant. Kroontjeskruid heeft zoals gezegd, vaak vier vruchtbeginsels in iedere beker en die beker bestaat uit drie blaadjes met de kleinste gericht naar het midden. Iets anders dan mijn sierplant, maar het ziet er allemaal zeer doordacht uit.
De officiële naam van kroontjeskruid is Euphorbia helioscopia. Het eerste stuk vertalen wij met wolfsmelk en het tweede stuk betekent zoiets als gericht op de zon. Kroontjeskruid zou zich namelijk net als zonnebloemen op de zon richten. Of dat echt zo is weet ik niet, het is me nooit opgevallen, bij zonnebloemen trouwens ook niet. Wel dat ze op een akker allemaal dezelfde kant op kijken, maar niet dat ze draaien. De wetenschap begint er ook aan te twijfelen of ze wel draaien. Iemand zou daarom een proef gedaan hebben op de Noordpool tijdens de poolzomer als de zon niet onder gaat: de zonnebloemen hadden zichzelf gewurgd! Dit grapje heb ik niet zelf bedacht, helaas.
Wolfsmelk in verre landen
In de landen rond de Middellandse Zee groeien meer wolfsmelk soorten dan hier. Dat is niet zo verrassend, maar wel dat er een aantal soorten zich gespecialiseerd hebben in droge rotsachtige en woestijnachtige gebieden. De rol die de cactussen in Amerika spelen is in Zuid-Europa en Noord-Afrika voor de wolfsmelk soorten, maar er is geen verwantschap tussen de twee families. Helemaal halen de wolfsmelk soorten de prestaties van de cactussen niet, want ze worden niet meer dan 3-4 meter hoog en wat de bloemen betreft worden ze met straatlengte verslagen door de cactussen. De bloemen van de wolfsmelk soorten in de woestijn zijn klein en vaak onopvallend, eigenlijk veel beter passend bij het zuinige gedrag van een woestijnplant dan de pronk van sommige cactusbloemen.
Ik heb al meer dan 10 jaar een wolfsmelk van zo'n ruim twee meter in de huiskamer staan, heel decoratief. Hij heeft nog nooit gebloeid en pas recent ben ik er achter gekomen dat ik ook niet op bloemen hoef te rekenen. De plant heet driekantige wolfsmelk (Euphorbia trigona) omdat de doorsnede van een tak een ster met drie punten is. In Noord-Afrika wordt deze wolfsmelk gebruikt om omheiningen te laten groeien want ze prikken uitstekend. Maar blijkbaar is bij de selectie en het voortplanten via stekken het vermogen om te bloeien verloren gegaan! En toen zag ik tijdens een vakantie in Zuid-Italië in een tuin 'mijn' wolfsmelk met een hele boel gele bloemetjes. Zal dus toch wel een andere soort zijn, maar welke?
Op de Canarische eilanden groeit op de vaak kale vulkanische bergen de kandelaar wolfsmelk of Euphorbia canariensis. Deze vertakt op de grond en heeft enorme bundels rechte takken van 2-3 meter hoog! Deze takken hebben een vier of vijfhoek als doorsnede, dus geen ster. Heel indrukwekkend deze plant tegen een kale rotswand. Deze wolfsmelk bloeit overigens wel, maar heel bescheiden met kleine donkerrode bloemetjes.
Jan van Dingenen - 2015